Verlofstelsels - Politiek verlof en politieke mandaten
Deze rubriek is bestemd voor personeelsleden van het onderwijs met uitzondering van de personeelsleden van:
- het universitair onderwijs;
- de instellingen voor hoger onderwijs;
- de Hogere Zeevaartschool.
Een politiek verlof wordt toegekend voor de volgende politieke mandaten:
1° burgemeester, schepen of gemeenteraadslid;
2° voorzitter of lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst;
3° voorzitter, lid van het bureau of lid van de raad voor maatschappelijk welzijn;
4° lid van de bestendige deputatie of lid van de provincieraad;
5° voorzitter van een agglomeratie of van een federatie van gemeenten;
6° districtsburgemeester, districtsschepen of lid van de districtsraad;
7° lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers of van de Senaat;
8° lid van het Vlaams Parlement;
9° lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad;
10° lid van het Europees parlement;
11° lid van de federale Regering;
12° lid van de Vlaamse Regering of van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
13° staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
14° lid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
Naargelang de aard van het politiek mandaat bestaan er twee vormen van politiek verlof:
- politiek verlof van ambtswege waaraan het personeelslid zich niet kan onttrekken;
- politiek verlof op verzoek van het personeelslid, dat zowel voltijds als deeltijds kan worden genomen.